Mannelijke slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties zijn een nieuw geïdentificeerde groep slachtoffers. Deze mannen zijn onder meer slachtoffer van huiselijk- en eergerelateerd geweld of mensenhandel. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar het voorkomen van mannelijke slachtoffers van de verschillende vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties, hun problemen en hun hulpbehoefte. Het weinige (internationale) onderzoek dat er is gedaan, richt zich meestal op geweld binnen homoseksuele relaties.
Tot voor kort waren er in Nederland onvoldoende beschermde opvangplekken beschikbaar voor deze groep. Om ervaring op te doen met hulp aan en opvang van mannelijke slachtoffers van ernstig geweld in afhankelijkheidsrelaties, of een ernstige dreiging daarvan, zijn de vier grote steden in Nederland (G 4) in samenwerking met het ministerie van VWS in juli 2008 een project gestart met 40 opvangplekken. In elke G4-stad zijn tien opvangplaatsen gerealiseerd. Het project liep van juli 2008 tot en met december 2009.
De afdelingen Onderzoek en Integrale Vraagstukken (Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn, gemeente Den Haag) en de Sociaal Wetenschappelijke Afdeling (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gemeente Rotterdam) hebben het project inmiddels geëvalueerd.
In het onderzoek is gekeken naar de kenmerken en achtergronden van de mannen die een beroep hebben gedaan op de opvang en naar de aard van hun problemen. Door het afnemen van interviews is ook onderzocht aan welke vormen van hulp en ondersteuning zij behoefte hebben.
In totaal zijn er in de projectperiode 90 cliënten opgevangen. Van de 90 opgevangen cliënten is ruim de helft geregistreerd als slachtoffer van huiselijk geweld (56 %), 21 % van de cliënten als slachtoffer van eergerelateerd geweld en 21 % als slachtoffer van mensenhandel.
De mannen die werden opgevangen vanwege huiselijk geweld, hadden te maken met fysiek en/of geestelijk geweld door hun (ex) partner, maar ook gedwongen prostitutie werd soms geregistreerd als huiselijk geweld. Bij 19 van de 90 opgevangen cliënten was er sprake van eergerelateerd geweld. Belangrijke redenen voor deze slachtoffers om naar de opvang te komen zijn het hebben van een (geheime) relatie die niet door de familie geaccepteerd wordt of bedreiging door de familie vanwege hun homoseksuele geaardheid. In de opvang hebben zich, voor zover bekend, geen cliënten gemeld die eerwraak moesten plegen onder druk van de familie. Deze groep werd wel verwacht bij de start van de opvang. Het is niet duidelijk waarom deze groep niet naar de opvang komt.
Slachtoffers van mensenhandel vormen een aparte groep in de opvang. Deze slachtoffers leven met veel onzekerheid. Zij weten vaak niet of en hoe lang ze in Nederland mogen blijven en hoe lang ze in de opvang moeten blijven.
Voor veel cliënten is het belangrijk dat zij erkenning krijgen voor hun problemen en een veilig onderkomen hebben. Daarnaast geven de cliënten aan dat ze graag hulp willen bij praktische zaken als het vinden van een huis en het op orde brengen van de financiën. De hulp en ondersteuning die slachtoffers nodig hebben verschilt per doelgroep. Zo hebben slachtoffers van eergerelateerd geweld eerst een geheim en veilig adres nodig en dan eventueel bemiddeling in de problemen met hun familie. Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak juridische hulp nodig, bijvoorbeeld bij het aanvragen van een b 9-vergunning.
Bijna alle slachtoffers van geweld hebben na een periode van hulp en opvang (alternatieve) huisvesting nodig.
Tekst: Laura Hoekstra, Ybeltje Nieuwenhout, Diana van Dijk
Beeld: Petra Aanraad